Voorkennis: De vrije pers was niet kritisch genoeg

Do 31 Mei 2007 08:42 | Truthseeker | 4371 keer bekeken | 0 reacties | 0 x aanbevolen | Artikel voorlezen

Nu de Amerikaanse bezetting van Irak een pijnlijke mislukking is geworden, zijn de supporters van de buitenlandse politiek van Bush overal in het defensief geraakt. Velen die ‘regime change’ in Bagdad ruim vier jaar geleden een voortreffelijk idee vonden, schuilen nu achter het argument dat zij toen niet konden weten dat de Amerikaanse beschuldigingen aan het adres van Saddam Hussein niet deugden. Dat argument is aantoonbaar onjuist.

Door: Maarten van Rossem
Gepubliceerd: maandag 28 mei 2007 21:12
Update: maandag 28 mei 2007 21:46

Wie daarvoor een heel klein beetje moeite deed, kon in de maanden voor de invasie weten dat de rechtvaardiging van de oorlog tegen Irak voor 80 procent uit de lucht was gegrepen.

Voor de steeds geuite beschuldiging dat Saddam Hussein intensieve contacten met Al Qaida onderhield hebben de Amerikanen nimmer steekhoudend bewijs geleverd. Daarover geraadpleegde deskundigen hechtten geen geloof aan het gerucht dat Mohammed Atta in Praag met de Irakese geheime dienst zou hebben gesproken. Bij monde van Cheney en Rice beweerde de Amerikaanse regering ook dat Irak hard op weg was een nucleair wapen te construeren. Daarvoor werden verschillende ‘bewijzen’ aangevoerd. Allereerst zou Saddam Hussein een grote hoeveelheid aluminium buizen hebben besteld die gebruikt zouden worden bij de bouw van centrifuges waarmee uranium van wapenkwaliteit kon worden vervaardigd. Mensen die terzake kundig waren hebben bij diverse gelegenheden uitgelegd dat die buizen daarvoor volstrekt onbruikbaar waren.

Internationaal Atoomagentschap


Het meest overtuigend was een rapport van het Internationaal Atoomagentschap van begin 2003 waarin werd geconstateerd dat grote aantallen bodem- en watermonsters uit Irak geen enkele indicatie van radio-activiteit gaven. Het Agentschap achtte het daarom onmogelijk dat Saddam Hussein met een nieuw nucleair programma was begonnen. Dat rapport was vanzelfsprekend openbaar, maar de westerse media hebben er nauwelijks aandacht aan besteed.

De enige massavernietigingswapens die Saddam Hussein eventueel wel in zijn bezit zou kunnen hebben, waren biochemische wapens of de grondstoffen daarvoor. De gevaren van die wapens werden echter in de aanloop naar de aanval op Irak schromelijk overdreven. Het steeds in de media gesuggereerde idee dat het doodsimpel is dergelijke wapens op grote schaal te gebruiken is nonsens. Tenslotte waren er dan nog de geheimzinnige vrachtauto’s waarin de Irakezen gifgas zouden produceren. Diverse deskundigen hadden duidelijk gemaakt dat er in die vrachtauto’s op zijn best waterstofgas werd geproduceerd.

Apocalyptische retoriek

Als het zo voor de hand lag om te twijfelen aan de apocalyptische retoriek van de Amerikanen, waarom is dat dan niet op veel grotere schaal gebeurd? Dat is wat deze hele affaire zo beangstigend maakt. Een door ideologische waan gedreven Amerikaanse regering heeft een zeer ruime meerderheid van de Amerikaanse bevolking zonder grote moeite kunnen overtuigen met een reeks van evidente leugens. De pers is daarbij ernstig tekort geschoten in zijn kritische functie en datzelfde geldt voor de volksvertegenwoordiging.

Natuurlijk kan ter verklaring worden gewezen op de vrijwel onaantastbare populariteit van de president in deze periode en op het trauma van 9/11. Desondanks is het beangstigend te weten dat een leugenachtige overheid in een vrij en democratisch land met een vrije pers zo gemakkelijk een meerderheid van de bevolking kan overtuigen van de schijnbare noodzaak van een overbodige oorlog.

Bron: de Pers